Protestant — "Polre" (Polder) een tiendhoek in Kloetinge

Inleiding: Aangezien bijna iedere Zeeuw in een polder woonde, is het vermoeden gewettigd of aan "polderman" niet een andere betekenis dan de voor de hand liggende moet worden toegekend. Immers had ieder zich dan wel polderman kunnen noemen of laten noemen.

In een artikel 1) wees A. Scherpenisse er op, dat in oude "Dietsch-Zeeuwsche" charters manse voor hoeve wordt gebruikt, terwijl daar in samenstellingen man verschijnt.... wijzen wij nog op de naam Polderman, die niet behoeft te betekenen persoon uit de polder, maar ook kan aanduiden een economisch gebruikt stuk land of hoeve uit (oorspr. van? Redactie) "den polder".

Dit zou de verklaring van de "geslachtsnaam" van de oudste generatiën kunnen zijn.

De naam Polderman kwam reeds vroeg in Zeeland voor; te Veere van schippers en reders op Engeland.

In verschillende bronnen worden de hiernavolgenden vermeld.

Johannes Pollerman in 1378 en 1379 met het schip ,,de Christoffer", in 1381 met ,,de Comweltohous". Jan Pollerman in 1386, Cornelis Polreman met een Kraaier in 1445, in 1474 met de hoekboot ,,Christoffer", waarmee in datzelfde jaar ook Johannes Polderman veer. Lading: wol, uien, knoflook, meekrap, tarwe, kalfshuiden en boter. Retourvracht: kolen, wol, laken, huiden en tin.2)

Jan Polreman, 1434 schepen te Veere. 3)

Pieter Cornelisz. Polderman, 1509—1536 pastoor te Heinkenszand. 4)

Cornelis Polderman, werd in 1530 in Walcheren gezocht (niet gevonden), omdat hij zich heimelijk onderbield met de "leringe Melchiiors". 5)

Henricus Nicolausz. Polderman, 1523—1549 Deken en provisor van de collegiale Sint-Martinuskerk West-monster te Middelburg. 6)

Jan Cornelisz. Polderman, 18 Oct. 1537 poorter te Vlissingen. 7)

Claeys Hendriksz. Polderman, 1546—1569 kanunnik te West-Souburg en kameraar van het Kapittel ald. 8)

Heer Jacob Polderman, 1570—71 te Sint Maartensdijk. 9)

Cornelis Pietersz. Polderman, 1556—1582 vele malen schepen en burgemeester van Goes, onderhandelde met Alva en de Prins van Oranje over de overgang zijner stad. 10)

Pieter Claesz. Polderman, 1571—72 te Vlissingen. 11)

Cornelis Polderman, 1752 prior van de Cisterciënzers in Zierikzee. 12)

Stamreeks

(De uitwerking begint na gen. XII).

I. Adriaen Jacobsz. Poldre, geb. omstr. 1525, vermeld te Kloetinge 1556, landbouwer op do hoeve in Pol(d)re a1d. ver1iet deze t.b.v. zijn zoon Jacob, 1560 schepen ald., als zodanig opgevolgd door dezelfde zoon, woonde daarna te Goes in ,,de Zevensterre", tr. 1e Crijntje Leynsdr., dr. van Leyn Anthonisz., tr. 2e Cornelie Adriaensdr. 13)

Uit het tweede huwelijk:

II. Jasper Adriaensz. in de Polder (Polderman) in het Noordambacht van Kloetinge, landbouwer op de hoeve in Tervaten in het Noordambacht, na de dood van zijn broeder in Poldre, 1581/1589 gasthuismeester, daarna kapelmeester van de kapel in Serelsdorp, † vóór 1602, tr. 1e Neelken Marinusdr. † vóór 1591, tr. 2e Martijnken Macharisdr. † vóór 1609. 14)

III. David Jaspersz. in Polder, (Polderman), landbouwer op de hoeve tusschen de Jock- en Dopweg (Deze plaatsbepaling vervangt in het begin der l7de eeuw de oude naam Polre van deze tiendhoek; de hoeve is dus identiek aan die van I en II.) te Kloetinge, tr. 1e Ierseke 4 Juli 1612 Lijntje Aernoutsdr. wede. Cornelisz. Molhoek, tr. 2e Neelken Jansdr. Kempe, † voor 1631, tr. 3e Goes 18 Oct. 1637 Dingetje Jansdr., wede. Jacob Cleeuwersz., tr. 4e Goes 28 Oct. 1640 Catelijntje Masure, wede. Jan Blaesz.

IV. Jasper Davidsz. (Polderman), landbouwer op de hoeve in Kloetinge van zijn vader, 1653 schepen ald., † Kloetinge 29 Febr. 1676, tr. le ald. 12 April 1614 Maaiken Jansdr. Braet, † Kloetinge vóór 1654, tr. 2e ald. 7 Maart 1654 Maaiken Lambrechtsdr. de Puijt, † Kloetinge vóór 4 Maart 1662, tr. 3e Josijntje Jacobsdr.

V. Jan Jasperz. Polderman, geb. Kloetinge in 1645. landbouwer ald. op de hoeve, die hij 24 April 1676 van zijn vader kocht, 1670—1702 schepen ald., † na 1701. tr. Adriaentje Cornelisdr.

VI. Jasper Jansz. Polderman, geb. Kloetinge 22 Mei 1672, landbouwer op de hoeve van zijn vader ald., schepen ald. 1713/33, ouderling 1729, † 1733/1734, tr. Kloetinge 27 Oct. 1694 Maetje Bastiaensdr., wede. Jacob Hooywagen.

VII. Jan Jaspersz. Polderman, geb. Kloetinge 26 Juli 1696, landbouwer op een hoeve aan den Munnikendijk, daarna op Tervaten, schout van Kloetinge 1735/45, † ald. in 1745, tr. Kattendijke 20 Jan. 1724 Geertruida Pietersdr. de Vos, ged. ald. 2 Fehr. 1693, † vóór 1753, wede. Hubrecht Vliedt, dr. van Piet.er Jansz. en Catelijntje Logierdr.

Jan werd door de kerkeraad ald. in 1741 onder censuur gesteld omdat "Is voorgekomen dat ter gelegenheid van het saet do(r)ssen bij den schout Jan Jaspersz. Polderman met de phiole groote ijdelheid tot groote ergernis gepleegd zij" en een andermaal "omvraag gedaan zijnde, is voorgekomen, dat afweer Jan Jaspersz. Polderman seer aan dronkenschap zich heeft te buiten gegaan". Voorgesteld wordt, dat de schout voor deze "consistorie zou verschijnen". Hij kwam niet. Er werd besloten ,,hem ‘t avondmaal voor dese reyse te censureren". In Maart 1742 werd hij van de censure ontslagen. 15) en 16).

VIII. Johannes (Janus) Jansz. Polderman, geb. omstr. 1735, winkelier in kruidenierswaren en manufacturen te Wemeldinge, bezat een hoeve achter de kerk ald., 1788 schepen ald., † ald. 17 Maart 1796, tr. le ald. 12 Oct. 1759 Neeltje Jansdr. Dominicus, geb. ald. 23 April 1741, † ald. 4 Oct. 1779, dr. van Jan en Maatje Pietersdr. Botting, tr. 2e ald. 6 Sept. 1781 Josina Willemsdr. van der Schraaf.

IX. Jan Johannesz. Polderman, geb. Wemeldinge 6 Maart 1766, landbouwer op de hoeve achter de kerk, schout en burgemeester ald. 17) in 1797, van 3 Juni 1833 tot zijn overlijden maire. (In den tijd der conscriptie kocht hij een remplaçant voor zijn zoon). † ald. 6 Febr. 1832, tr. ald. 6 Mel 1792 Johanna Woutersdr. Spijker, geb. Ovezande 15 Mei 1774, † ald. 7 Mei 1848, dr. van Wouter Engelsz. en Jannetje Jacobsdr. de Vlieger.

X. Johannes Jansz. Polderman, geb. Wemeldinge 26 Dec. 1792, landbouwer op de hoeve achter de kerk ald. tot 1827, daarna te Kruiningen eerst op de hoeve "het Zandeke" aan de Zanddijk, later op de hoeve "de Blauwe Trappen’ op Stroodorp, eveneens in Kruiningen, eigenaar van beide hoeven en van één te Hansweert, † Kruiningen 18 Juli 1853, tr. ald. 27 Jan. 1820 Antonina Amandia Timmerman, geb. Kruiningen 15 April 1796, † Ierseke 8 Jan. 1880 op ‘t Hof te Zoute, de woning van haar tweede echtgenoot, Willem de Jonge, landbouwer, dr. van Marinus en Helena Lavooy.

Uit bet eerste huwelijk 17 kinderen, waarvan 11 leeftijden tusschen 60 en 90 jaar bereikten uit wie veel nakomelingen. Toch was dit nageslacht aan het begin der 19e eeuw bijna uitgestorven.

Nakomelingen van 2 zoons bleven landbouwer:

a. Pieter Polderman wiens kindskinderen thans nog wonen op de door hem gekochte hoeve aan de Zanddijk ald.;

b. Jan, volgt XI.

XI. Jan Johannis Polderman, geb. Wemeldinge 14 Aug. 1820, landbouwer op de hoeve van zijn vader te

Hansweert, gem. Kruiningen, † ald. 15 Oct. 1858, tr. ald. 3 Nov. 1843 Neeltje Griep, geb. ald. 1823, † ald. 30 Jan. 1866. Zij hertr. ald. 18 Aug. 1859 Engel Sinke.

XII. Jacob Polderman, geb. Kruiningen 18 Jan. 1849, landbouwer te Wolfaartsdijk, diaken, ouderling en kerkvoogd der Ned. Herv. Gemeente ald., † ald. 12 Juli 1929, tr. ald. 20 Febr. 1873, Lena Johanna van Maldegem, geb. ald. 27 Dec. 1847, † ald. 1 Mei 1915, dr. van Willem van Maldegem (wethouder, voorz. Burg. Armbestuur, pres.-kerkvoogd der Ned. Herv. Gem., gezworene In de polder Oud-Wolfaartsdijk, † Wolfaartsdijk (a.d. kinderpokken) 11 Febr. 1865, oud 48 jaar) en Josina Pieternella Smallegange († ald. 19 April 1902, oud 83 jaar).

Uit dit huwelijk (allen geboren te Wolfaartsdijk; 4 jong overleden kinderen worden niet vermeld):

1. Jan Johannis, volgt XIII.

2. Josina Pieternella Polderman, geb. 10 Jan. 1875, tr. Oost- en West-Souburg 11 Mei 1905 Hubrecht Schout, geb. 1874, timmerman, † Sint-Laurens 12 Dec. 1942 [St. Laurens].

Zij is de laatste uit haar geslacht, die tot heden de Zuid-Bevelandse dracht draagt.

3. Willem Johannis, volgt XIIIbis.

4. Neeltje Polderman, geb. 10 Sept. 1879, tr. Wolfaartsdijk 5 Maart 1903 Jacobus Adriaan de Visscher, schipper, † Strijen 13 Dec. 1927, tr. 2e Strijen 19 Nov 1930 Jan Bervoets, particulier. [Rotterdam].

5. Johannis, volgt XIIIter.

6. Antonina Amanda Polderman, geh. 9 Febr. 1884, tr. Rotterdam 2 Febr. 1927 Alban Homère August

Verleijen, geb. Tieghem (België) 13 Oct. 1888, dir. v.e. inr. voor handelsonderwijs. [Rotterdam].

7. Johanna Lena Polderman, geb. 8 April 1885, ongehuwd. [Wolfaartsdijk].

8. Tannetje Polderman, geb. 3 Juni 1890, tr. Rotterdam 19 Oct. 1927 Everwijn Jacques Albertus Melster, arts, † ald. 5 April 1939. [Rotterdam].

XIII. Jan Johannis Polderman, geb. Wolfaartsdijk 25 Dec. 1873, directeur v. d. levensverz. mij. , ,Ons Belang’ te Amersfoort (tot 1 Juii 1941), tr. Bergen op Zoom 25 Sept. 1905 Bernarda Cornella Becking, geb. ald. 5 Oct. 1880, dr. van Herman en Wilhelmina Everdina van der Horst. [Oud-Leusden].

Uit dit huwelijk:

1. Josina Bregtina Polderman, geb. Bergen op Zoom 12 Juli 1909, tr. Albisolamarina (Italië) 27 Febr. 1948 Giacomo Valle, kapt. ter koopvaardij, was 1939— ‘42 te Soerabaja 1942—48 te Tokio en Yokohama. [Camogli bij Genua].

2. Jan, volgt XIV.

XIV. Jan Polderman, geb. ‘s-Heer Arendskorke 2 April 1915, res. 1e luitenant ber. art., ambtenaar v.d. Buitenl. Dienst, sedert 12 Juni 1950 werkzaam aan het Min. van Buitenlansche Zaken in den Haag.

XIIIbis. Willem Johannis Polderman, geb. Wolfaartsdijk 9 Jan. 1378, landbouwer ald., tr. 22 Nov. 1906 Wilhelmina de Koeijer geb. Ierseke 12 Sept. 1878 † Wolfaartsdijk 8 Juni 1930, dr. van Pieter en Jacoba Mijaard. [Wolfaartsdijk]. Uit dit huwelijk:

1. Lena Jacoba Polderman, geb. Wolfaartsdijk 7 Nov. 1908, verpleegster. [Enschede].

XIV. Pieter Jacob Polderman, geb. Wolfaartsdijk 28 Sept. 1912, landbouwer ald., tr. ‘s Heer-Arendskerke 24 Sept. 1942 Maria Catharina van der Maale, geb. ald. 24 Sept. 1914, dr. v. Jacob en Maatje Blommaard. [Wolfaartsdijk].

1. Willem Jacob Polderman, geb. Wolfaartsdijk 23 Aug. 1943.

2. Jacob Willem Polderman, geb. Wolfaartsdijk 9 Nov. 1946.

3. Wilhelmina Maatje Polderman, geb. Wolfaartsdijk 5 Oct. 1949.

XIIIter. Johannis Polderman, geb. Wolfaartsdijk 6 Dec. 1881, gep. ambt. der belastingen, tr. Kruiningen 19 Maart 1908 Adriana Back, geb. Biezelinge, 6 Mrt. 1886, dr. van Hendrik en Maria Zuidweg. [Rotterdam].

Uit dit huwelijk:

1. Lena Johanna Polderman, geb. Herwen en Aerdt 25 Jan. 1909, tr. Rotterdam 16 Aug. 1934 Jacobus Petrus Bosdijk, distr. leider C.C.D. v. h. Min. v. Landbouw. [Rotterdam].

2. Hendrik Jacob, volgt XIV.

3. Jacob Hendrik, volgt XIVbis.

XIV. Hendrik Jacob Polderman, geb. Herwen on Aerdt 19 Maart 1911, adj. accountant Min. v. Soc. Zaken, tr. Rotterdam 28 Mei 1941 Johanna Hagen, dr. van Adriaen en Maatje Bal. [s-Gravenhage].

Uit dit huwelijk:

1. Marianne Polderman, geb. ‘s-Gravenhage 22 Juni 1944.

XIVbis. Jacob Hendrik Polderman, geb. Herwen en Aerdt 13 Oct. 1613, onderwijzer (met hoofdacte), aan een M.U.L.O. school, tr. Rotterdam 27 Mei 1942 Ali Bloemendaal, dr. van Reindert en Evertje van

Wagensveld. [Alblasserdam].

Uit dit huwelijk:

1. Robert Jan Polderman geb. Alblasserdam 22 Aug. 1946.

2. Eveline Polderman, geb. Alblasserdam 2 Mei 1949.

3. Jacob Reinder Polderman, geb. Alblasserdam 22 Juni 1950.

J.J. Polderman, Oud-Leusdon, Gem. Amorsfoort.

1. Zie Archief 1940, blz. 22, 43, en 49 uitgave v.h. Zeeuws Genootschap der Wetenschappen.

2) Rijskgesch. publicatien no. 66. 1928, Dr. H. J. Smit, Bronnen tot de geschiedenis van den handel met Engeland.

3) J. Ermerins, Eenige Zeeuwsche Oudheden, deel VI, blz. 38

4. Register Parochiën enz. door P. H. Grijpink, deel I, blz. 56 en Gen. en Herald. Gedenkwaardigheden in en uit de kerken van Zeeland, door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins blz. 88
5. Archief, vroegere en latere mededelingen Zeeland, deel II, 1866-69, blz. 236
6. Archief als voren, deel VI blz. 280 en 324. Verder: Fruin , Archief Onze Lievevrouweabdij te Middelburg no. 1380. Aldaar wordt verwezen naar een stuk, waarann zijn zegel hangt.
7. Mededelingen Oud-archief Vliassingen dd. 22 Mei 1937.
8. Fruin als voren no. 671
9. Archief Sint_maartensdijk no. 448, allerhande uitgaven 1570-1571
10. v.d. Spiegel, Historie van de Satisfactie der stad Goes en Zuid-Beveland.
11. H.G. van Grol, Het beheer van het Zeeuwsche Zeewezen, blz. 26, 174, 179, 196, 213, 220, 233
12. Zeelandia Illustrata I, blz. 428. Oudheden en gestichten van Zeeland, Deel II blz. 41, door van Heusen.
13. Op 4 April 1571 kocht Jacob Adriaensz. Polderman een huis te Goes. Zie inventaris v.d. archieven van de rechtbanken, enz op de Zeeuwsche eilanden door Dr. Lasonder onder nr. 1570

14) In hot pachtboek van Kloetinge van 1604 werd hij (wijlen) Polderman genoemd in een verantwoording van pachtgelden t.b.v. zijn minderjarige wezen. Zie Inv. als in noot 13 onder nr 3187.

15) Kerkeraadsresolutieboek van Kloetinge 18 Sept. en 18 Dec. 1741.

16) Hiermede eindigt do Kloetingse periode. Do hoeve in Poldre, tussen de Jock- en Dopweg, word door III van zijn schoonvader, die deze in 1599 voor 1000 Carolusguldens verworven had, ge^kocht In 1731 werd de hoeve ten publieke verkoop aangeboden. De hoeve aan Tervaten, die vermoedelijk bijna 2½ eeuw in het bezit van het geslacht geweest was, werd door de erfgenamen van VII in 1753 verkocht.

17) Slotpagina van het huwelijksregister van de kerkeraad te Wemeldinge van 1733—1784: Jan Johanisse Polderman is door het Departementaal Bestuur van Zeeland tot Schout van Wemeldinge aangesteld den 3 Juni 1803.

Jan Johannisse Polderman is Opnieuw door Zijne Majesteit den koning der Nederlanden tot Schout van Wemeldinge benoemd en aangestold en gecontinueerd als Schout den 12 October 1817 en beëedigd den 6 December 1817 door den Weled. Heer J.H. Verschoor, lid der Gedeputeerde Staten van Zeeland in die kwaliteit mij bekend. Was geteekend: J.J. Polderman.

Dit register berust nog steeds bij de kerkeraad aldaar.

N.B. Lees in de eerste alinea van dit. artikel : Pol (d)re een tiendhoek in Kloetinge.

Boerderijen, in Zuid- en Noord-Beveland,

bewoond door leden van het geslacht POLDERMAN

1550—1731. Adriaan, Jacob, Jasper. David, Jasper. Jan en Jasper Polderman

1550—1687. Jan, Marinus, ]an, Cornelis en Marinis Polderman

1580—1753. Adriaan, Jasper Adriaanszoon, Jasper Janszoon en Jan Jasperszoon

1659. Paulus Polderman te Nisse op de hoeve aan den Westerhuijgendijk.

1679. Cornelis Polderman te Kruiningen op de hoeve in Pieter Robbrechtshoek.

1681. Johannes Polderman op de hoeve van zijn vader in Pieter Robbrechtshoek,

die bij diens overlijden verkocht is en die hij nu pacht van den rentmeester Hubrecht Smallegange.

1682. Cornelis Polderman te Kruiningen op de Hooge Moer,

die hij pacht van Maximiliaan van Baarland.

1686—1790. Johannes en Dignus Polderman te Yerseke in het dorp op de hoeve

1720—1780. Pieter Polderman en daarna zijn zoon Jan

1731. Janus, ook gen. Jannus Polderman te Yerseke op de hoeve onder Zweedijk.

1735—1792. Paulus Polderman en zijn zoon Janus te Kruiningen

op de ,,Hooge Moer", die in 1792 verkocht. wordt.

1738—1740. Jan Jasperse Polderman

1740. Marinus Polderman te Colijnsplaat op de hoeve in de hoek van de Klaverweg

en de Zuidlangeweg, die hij pacht van den dijkgraaf Joos Sweemer aldaar.

1788. Willem Polderman te Kloetinge op de hoeve ten Zuiden van den Breeweg.

1790. Jan Johannesse Polderman te Wemeldinge op de hoeve bij de kerk

1824—1854. Marinus Polderman te Goes in de Voorstad.

1840—1890. Johannis Polderman te ‘s Gravenpolder op een hoeve in het dorp.

1843—1866. Jan Johannis Polderman te Hansweert, gem. Kruiningen

1850—1905. Cornelis Polderman te ‘s Gravenpolder aan de Schuijtweg.

1860. Leendert Polderman te Kruiningen op een hoefje ten Zuiden van de Zanddijk.

1860 tot heden. Pieter Polderman te Kruiningen aan de Noordzijde van de Zanddijk.

1873—1915. Jacob Polderman te Wolfaartsdijk aan de Papeweg.

1890 tot heden. Johannes Polderman te Kruiningen aan de Zuidzijde van de Zanddijk;

1925 tot heden. Willem Polderman te Wolfaartsdijk aan de Veerweg bij het veer,

Door het ontbreken van gegevens, moesten enkele jaartallen bij benadering worden vastgesteld.

De boerderijen waren eigendom van de bewoners, met uitzondering van drie, waarbij vermeld is, dat de bewoner pachter was.